Dit nummer beginnen we met twee praktijkbijdragen, allebei over het verwerken van traumatische ervaringen, maar elk in een ander theoretisch kader en in een andere werkcontext. Maartje Stam-Rommens beschrijft hoe ze te werk gaat bij cliënten met een vroegkinderlijk trauma via vaktherapie beeldend – in België hanteert men hiervoor de term creatieve therapie – aan de hand van de interpersoonlijke neurobiologie. De theorie over het verbinden van de linker- en rechterhersenhelften, en het onder- en bovenbrein geeft concreet therapeutische richting en handvatten om tot narratieve integratie van traumatische ervaringen te komen. De mooie voorbeelden in deze bijdrage maken deze theorie ook levendig.
De andere praktijkbijdrage komt vanuit de geestelijke gezondheidszorg binnen het leger, een context waar machtsverhoudingen explicieter zijn dan in de rest van onze maatschappij. Geert Michels beschrijft de therapie van een vrouw die binnen deze context getraumatiseerd werd, maar waarbij blijkt dat dit ogenschijnlijk enkelvoudig trauma geënt is op haar complexe traumatische jeugdervaringen. De therapeutische behandeling werd gekaderd binnen de emotietheorie van EFT waarbij gebruik gemaakt werd van EFT-technieken.
In de rubriek reflectie staat Bert Krapels stil bij enkele aspecten van het ouder worden en hoe het achteruitkijken in deze levensfase een nieuw perspectief kan bieden op de toekomst. Hij beschrijft hoe hij symbolen aanbiedt bij het werken met ouderen en deze verdiept aan de hand van focussen, en symbooldrama of katathyme imaginaire psycho- therapie (K.I.P.)
In zijn column stelt Marcel Gerrits Jans de vraag of persoonsgerichte therapie politieker zou moeten worden. Om dit thema te verkennen meandert zijn column tussen zijn filmervaringen, verhalen van zijn cliënten en scènes uit zijn eigen leven.
Misschien herinneren zich sommigen nog de vorige ISEFT-conferentie in Glasgow (2019) en het enthousiaste verslag ervan in ons tijdschrift. De twee verslagschrijvers van toen, Stefaan Decroos en Thijs Vanhie, waren deze zomer op de volgende editie van deze conferentie in Porto opnieuw van de partij en geven een gedetailleerde beschrijving van de sfeer en inhoud van deze bijeenkomst van de EFT-wereld.
Gebruikmakend van de gelegenheid hebben deze twee heren in Porto ook Jan Reidar Stiegler geïnterviewd voor ons tijdschrift. Deze tweedegeneratie emotiegerichte therapeut, supervisor en onderzoeker vertelt hoe EFT in Noorwegen zich tot een bloeiende therapierichting heeft kunnen ontwikkelen, met initiatieven zoals de Emotion Awareness Day en de Emotion Revolution conferentie. Een boeiend gesprek met een interessante man die voor velen van ons nog onbekend is.
Ten laatste hebben we twee boekbesprekingen die allebei te maken hebben met relatietherapie. Eerst bespreekt Erika Van Baelen het boek van Sue Johnson en Leanne Campbell over het herwerken van de EFT-c model van Johnson voor individuele therapie. Daarna recenseert Arne Heylen het boek van May Michielsen en Jan Lens over relatietherapie waarin ze het werk van verschillende relatietherapeuten integreren.
In de overtuiging dat elk van onze lezers iets interessants kan vinden in dit nummer, wens ik u namens de redactie veel leesplezier. Árpi Süle hoofdredacteur
Het tijdschrift Persoonsgerichte experiëntiële Psychotherapie is het wetenschappelijke tijdschrift voor professionals in de GGZ in Nederland en Vlaanderen die werken vanuit of affiniteit hebben met het persoonsgerichte (client centered) referentiekader.