Inleiding
Dit promotieonderzoek van Annema- rie Smith, sinds 1991 werkzaam bij Centrum ‘45, richt zich op de reacties van therapeuten bij de confrontatie met traumatische ervaringen van hun patiënten, en op de invloed die de werk- ervaring van de psychotherapeut heeft op het omgaan met deze problematiek. Hierdoor kan niet alleen werkstress en een professionele burn-out veroorzaakt worden maar ook een secundaire trau- matisering en compassievermoeidheid bij de hulpverlener. In haar proefschrift wil Smith de bovengenoemde effecten op de hulpverlener via kwalitatief en empirische onderzoek helder maken. De meeste hoofdstukken van dit proefschrift zijn door Smith in samen- werking met andere auteurs al eerder gepubliceerd, maar hebben hier ook hun functie als aanloop voor het uit- eindelijke empirische onderzoek.
Inhoud
Het boek is ingedeeld in een inleiding, vijf hoofdstukken en een samenvatting.
In haar inleiding legt Smith er de na- druk op dat tegenoverdracht leidt tot het hart van de psychotherapie; het intersubjectieve proces tussen the- rapeut en cliënt. In een empathische therapierelatie verandert niet alleen de hulpvrager, maar ook de therapeut, die tegelijk vertrouwenspersoon, expert, gids en container is van de voorheen niet gedeelde ervaringen van existentiële wanhoop, angst en hopeloosheid van de cliënt. De verbinding van het verhaal van de cliënt met de kwets- baarheden van de therapeut kan de inleving bevorderen maar kan de therapeutische relatie ook hinderen.
In het intense intersubjectieve proces van de traumabehandeling beïnvloe- den therapeut en cliënt elkaar. De therapeut moet leren te differentiëren tussen het eigen aandeel en datgene dat van de cliënt stamt. Problemen van een therapeut kunnen voorbijgaand zijn en bijvoorbeeld te maken hebben met een tekort aan kennis, paradigma- tisch zijn en te maken hebben met de persoonlijkheid van de therapeut, of situationeel zijn. Dit maakt duidelijk hoe belangrijk zelfre ectie, training en supervisie zijn in dit werk.
De kwantitatieve analyse van dit hoofdstuk richt zich op het catego- riseren van de therapeutisch gezien moeilijke situaties, de kortetermijnre- acties van de therapeut, de therapiestijl van de behandelaar, en het onderzoek van de situatiespeci eke patronen. Als onderdeel van een onderzoek naar speci eke reacties van therapeuten op
hun getraumatiseerde cliënten werden 63 moeilijke (traumatische, interacti- onele en existentiële) therapeutische situaties beschreven door 26 therapeu- ten. Daarna werden de reacties van de therapeut onderverdeeld in 20 catego- rieën, waarvan er tien situatiespeci ek waren. Bij de therapiestijl werd er onderscheid gemaakt tussen de inter- ventiestijlen belevingsgericht versus actief, en de mate waarin de behan- delaar zich verantwoordelijk voelde. De data lieten een traumaspeci ek patroon zien, inclusief angst en het geschokt zijn van de therapeut, over- weldigd door het verhaal van de cliënt.
Hoofdstuk 2, ‘Hoe therapeuten om- gaan met de traumatische belevingen van hun cliënten’, eerder verschenen als artikel in Torture, 2007, 17(3), 203- 215 (Smith, Kleijn, Trijsburg & Hut- schemaekers) geeft de resultaten van drie opeenvolgende steeds meer gespe- ci ceerde studies over de therapeutre- acties op de traumatische belevingen van hun cliënt.
De eerste studie richt zich op de fac- toren die bijdragen aan de emotionele last en burn-out bij de therapeut, zo- als de aard van de problemen van de therapeut, aanwijzingen voor een tegenoverdracht, secundaire of ver- plaatste (vicarious) traumatisering. Deze kwalitatieve/kwantitatieve pilot- study bestaat uit semigestructureerde interviews gevolgd door het invullen van een vragenlijst waarin alle moge- lijke problemen werden vermeld. De bewerking van de resultaten wees hier wel in een bepaalde richting maar de resultaten waren niet speci ek genoeg. Hiertoe werd een tweede studie op- gezet, waarin traumatherapeuten vergeleken werden met andere ex- perttherapeuten in hun coping met de trauma’s van de cliënten. De methode hier was exploratief/kwalitatief. Er werd gewerkt met diepte-interviews van 90 minuten, waarin onderscheid werd gemaakt in traumatiserende situaties, existentiële problemen in de vorm van hopeloosheid en inter- actionele problemen in de vorm van bijvoorbeeld te hoge eisen van de cli- ent. De uitkomst van deze studie was dat er geen signi cant verschil was tussen de traumatherapeuten en an- dere experts.
Boekbesprekingen
Tijdschrift Cliëntgerichte Psychotherapie 47, 2009, 4 349
Het tijdschrift Persoonsgerichte experiëntiële Psychotherapie is het wetenschappelijke tijdschrift voor professionals in de GGZ in Nederland en Vlaanderen die werken vanuit of affiniteit hebben met het persoonsgerichte (client centered) referentiekader.