Siebrecht Vanhooren opent dit nummer met een artikel over de mogelijkheden om na een existentiële crisis opnieuw tot betekenis- en zingeving te komen. Hij heeft dit onderzocht bij gedetineerden, een groep die – zo blijkt – lijdt aan extreem betekenisverlies. In tegenstelling tot wat men vaak veronderstelt maakt een aanzienlijk deel van de gedetineerden vanuit deze diepe crisis in hun bestaan wel degelijk groei door. Het tot stand komen van een nieuw zingevingskader is daarbij een belangrijke voorspeller voor het voorkomen van recidive. Hierin is een belangrijke rol weggelegd voor psychotherapeuten en geestelijke verzorgers die kunnen voorzien in een duidelijk aanwezige behoefte.
Het opnieuw komen tot betekenisgeving en het verweven van verlies in het leven dat doorgaat is het onderwerp van het verslag van de presentatie van het boek ‘Ruimte maken voor verlies en rouw’ van Heidi Deknudt. Een praktijkgericht boek dat allerlei handvaten biedt om met de verschillende vormen van verlies om te gaan. De theoretische uitgangspunten van de huidige visie op rouw en rouwverwerking komen aan bod in de bespreking van het boek ‘Het DNA van rouw’, eveneens van de hand van Heidi Deknudt.
We blijven op dit existentiële spoor in de Forum-bijdrage van Lies Bruggeman en Paul Sanders. Bruggeman plaatst kanttekeningen bij de ontwikkeling van de euthanasiepraktijk en de discussie omtrent Voltooid Leven en de rol die onze beroepsgroep hierin zou moeten of kunnen spelen. Zij ervaart hier een toenemend onbehagen bij en in gesprek met collega Paul Sanders expliciteren beiden hun positie waarbij persoonlijke ervaringen met een al dan niet zelfgekozen dood hun stellingname kleuren. Reacties op deze aanzet tot discussie zijn uiteraard welkom.
Aandacht voor het soms lastige handwerk van de therapeut is er in de bijdrage van Evie Kins et al. die beschrijft hoe kwetsbaar de therapeutische relatie is bij cliënten met een fragiel zelfproces. Een herkenbaar verhaal, van beginnende maar zeker ook van ervaren psychotherapeuten.
In de rubriek ‘Onderzoek’ ditmaal een studie de effectiviteit van persoonsgerichte gesprekstherapie bij vrouwen met boulimie.
In de column reageert Hilde Libbrecht op de column van Marcel Gerrits Jans in het vorige nummer en geeft ze haar visie op het spanningsveld tussen empathie voor het individu en de samenleving als geheel.
Ten slotte de overige boekbesprekingen met onder meer een bespreking van het omvangrijke Handbook of person-centred therapy and mental health, voor ons ontsloten door Greet Vanaerschot.
Wies Verheul