In ons tweede themanummer over opleiding, supervisie en intervisie krijgt het thema supervisie de meeste aandacht. Renate Geuzinge heeft onderzoek gedaan naar de ervaringen en belevingen van persoonsgerichte supervisoren in Nederland wanneer ze in hun praktijk geconfronteerd worden met supervisanten die onvoldoende functioneren. Ze is hierbij vertrokken vanuit een eigen ervaring waarbij ze merkte dat dit thema weinig daglicht kreeg en erg beladen is. Een mooi voorbeeld van een ad hoc kwalitatief onderzoek naar een thema dat iemand in haar dagelijkse praktijk tegenkomt en beter wil begrijpen. We hopen dat haar artikel ook kan bijdragen tot het beter bespreekbaar en hanteerbaar maken van deze situatie die meestal voor alle betrokken partijen moeilijk is.
Daarna komen twee artikelen aan bod waarbij de auteurs nieuwe supervisiemethoden ontwikkeld hebben. Claude Missiaen en Sofie Verdegem beschrijven hoe ze experiëntiële assistentie introduceren in groepssupervisies om de rijkdom van belevingen van de verschillende deelnemers beter te kunnen aanwenden in het supervisieproces.
Karine Van Tricht, Hadi Waelkens en Peter Rober ontwikkelden op grond van hun feedbackgerichte benadering van dialectische systeemtherapie een feedbackgericht model voor supervisie. Negatieve feedback en verschillen tussen de feedback van de cliënt(en) en de therapeut zijn het meest leerrijk om het vastlopend therapieproces te begrijpen. Deze methode biedt ook een interessante structuur om het vermogen van de therapeut tot zelfsupervisie te bevorderen.
In een overzichtsartikel van C. Edward Watkins Jr. uit 2014 werd een halve eeuw theorie, praktijk en onderzoek naar de alliantie tussen supervisor en supervisant besproken. Uit dit artikel, voor u samengevat door Wies Verheul, blijkt dat er weliswaar empirische steun is voor het belang van een goede supervisierelatie maar deze empirische validatie niet echt robuust is.
Na het afsluiten van ons vorige nummer heeft ons het trieste nieuws bereikt dat Pol Verhelst overleden is. Hij was een cliëntgericht therapeut van het eerste uur en in Vlaanderen voor velen een opleider die de belichaming van onze gedachtegoed betekende. In dit nummer kunt u de persoonlijke In Memoriam1 van Siebrecht Vanhooren lezen.
Om het thema opleiding ook vanuit een andere hoek te belichten krijgt u een interview met Willy Colin door Árpi Süle. Willy is staflid in verschillende opleidingen voor kinder- en jongerentherapeuten. We spreken over zijn loopbaan, wat hem drijft en over zijn ervaringen als opleider.
Marcel Gerrits Jans staat, zoals we van hem gewoon zijn, in zijn column stil bij verschillende cliënten die hij in zijn praktijk ontmoette en van wie hij iets bijleerde. Deze keer draait zijn column rond de vraag die misschien verrassend is in onze cultuur: Van wie is mijn leven?
Alhoewel de corona-epidemie veel geplande vormingsmomenten in de war gebracht heeft, krijgt u toch twee congresverslagen van ons. Het eerste komt nog van juist vóór de lockdown. Piet Wagenaar bespreekt het congres van de Stichting Emotionally Focused Therapy over het lichaam en EFT-c. Sinds het coronatijdperk kennen we meer en meer online- vormingsmomenten als alternatief, zoals bijvoorbeeld het herstartmoment van regio-Oost in Nederland, waarin Juliette Becking focussen als procestaak in EFT belichtte. Of de permanente vorming van de VVCEPC over lichaamsgericht werken bij trauma. Ynke van Zuidam is onze verslaggeefster voor deze beide onlinevormingen.
Ten slotte kunt u kennismaken met drie boeken met uiteenlopende thema’s. Silke Peeters bespreekt een boek van Pascal Chabot waarin burn-out als hedendaagse maatschappelijk fenomeen beschouwd wordt en waarbij het belang van de relatie van de persoon met zijn sociale context beklemtoond wordt. Walter Krikilion is theoloog en cliëntgericht therapeut en onderzoekt in zijn laatste boek het thema zingeving bij herstel aan de hand van een aantal interviews. Dit boek wordt gerecenseerd door Ingrid Debeurme. Jeannette Reefman vat de hoofdlijnen van een boek van Sanne Bloemink samen over de schadelijke effecten van de overdreven veel diagnoses die in onze tijd bij kinderen gesteld worden.
In de overtuiging dat we in deze twee themanummers veel waardevolle bijdragen verzameld hebben die onze therapierichting en gedachtegoed verder ontwikkelen, wens ik u in naam van alle redactieleden veel leesplezier.
Árpi Süle