In ons tweede nummer van dit jaar geven we extra aandacht aan een specifieke vorm van onze therapierichting, met name aan pre-therapie. Deze manier van werken is tot stand gekomen bij het werken met mensen die zich in een erg kwetsbare situatie bevinden, en het contact met zichzelf en met hun omgeving verloren hebben. Zoals uit de vier bijdragen rond dit thema blijkt, vraagt de kwetsbaarheid van deze mensen een radicaal cliëntgerichte houding van de therapeut en dat is wat pre-therapie – naast hun concrete knowhow – kan bieden.
We beginnen echter met twee praktijkbijdragen over andere thema’s. In de eerste brengen Hanne Claes, Willy Colin en Greet Vanaerschot het verhaal van een adolescente cliënte bij wie het zich eigen maken van emotieregulatie hand in hand ging met een belangrijke ontwikkelingstaak: het zich kunnen losmaken van haar ouders. Als redactie zijn we er blij mee als we bijdragen mogen publiceren over het therapeutisch werken met kinderen en jongeren, en zeker als het eindwerk van juist afgestudeerde therapeuten kan uitgroeien tot een bijdrage in ons tijdschrift.
Kirsten Copier herwerkte haar workshop die ze vorig najaar op het gemeenschappelijke congres in Grobbendonk gaf over geblesseerde hoogbegaafden tot een bijdrage uit de praktijk. Ze vestigt de aandacht op de moeilijkheden van hoogbegaafde mensen bij wie het niet herkennen van hun ‘anders bedraad zijn’ tot een specifiek soort problemen heeft geleid.
In de eerste bijdrage over pre-therapie in dit nummer bespreekt Dion Van Werde een Duitstalige masterthesis over hoe de ontwikkelingspsychologie van Stern de pre-therapie van Prouty kan verrijken. Alhoewel het niet onze gewoonte is om in het tijdschrift masterthesissen te bespreken, bleek de scriptie van Manja Krusche hier belangwekkend genoeg voor te zijn.
Tot onze spijt moeten we weer het overlijden aankondigen van iemand die een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van de cliëntgerichte psychotherapie in de Lage Landen. Joris Dewispelaere schreef een In Memoriam over Rik Willemaers, professor emeritus aan de UGent, die in februari dit jaar op 87-jarige leeftijd overleden is.
De draad van de pre-therapie wordt weer opgepikt in een interview met Dion Van Werde. In een gesprek met Árpi Süle vertelt hij over persoonlijke ervaringen en zijn opvattingen over de betekenis van pre-therapie. Naast theoretische inzichten krijgen we ook stukjes geschiedenis van de cliëntgerichte therapie te horen van een man voor wie authenticiteit en het lijden van de ander centraal staan.
Mathias Dekeyser geeft een uitvoerig overzicht van het onderzoek dat gebeurd is naar pre-therapie met psychosegevoelige mensen. Naast de verschillende proces- en uitkomstonderzoeken is het boeiend om te lezen hoe het concept ‘psychologisch contact’ van Rogers, dat door Prouty een meer intrapsychische invulling kreeg, tijdens het onder- zoek naar pre-therapie terug geëvolueerd is naar de intersubjectieve opvatting van Rogers.
We zijn verheugd om onze lezers op twee (gast-) columns te mogen trakteren. Met het stoppen van Hilde Libbrecht als onze vaste columnist hebben we besloten om voorlopig de ruimte te bieden aan verschillende auteurs die hun persoonlijke reflecties over hun werk en leven in de vorm van een column willen delen. Trees Depoorter en Catheleyne van der Laan vertellen allebei over hun worstelingen met bepaalde thema’s in hun werk als therapeut; worstelingen die we in een of andere vorm – waarschijnlijk – allemaal tegenkomen.
U krijgt in dit nummer het verslag van drie congressen of webinars. Stijn Leijssen geeft u een overzicht van het congres van de Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie over toxische stress. Kirsten Copier sluit aan bij haar praktijkbijdrage over hoogbegaafdheid met de bespreking van het webinar van de Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen over gemiste en misdiagnoses bij deze groep mensen. En als laatste bijdrage over pre- therapie bespreekt Gwenda Henry het webinar met Dion Van Werde dat de VPeP begin dit jaar organiseerde.
De boekrecensies beschrijven ook een breed palet aan thema’s vanuit de wereld van de psychotherapie. Renate Geuzinge begint met een bespreking van een nieuw standaardwerk over supervisie als proces dat vorig jaar verscheen onder de redactie van Greet Vanaerschot, Nelleke Nicolai en Peter Daansen. De laatste jaren is er veel meer belangstelling voor het lichaam binnen ons vakgbied, getuige al de recensies van boeken die in ons tijdschrift hierover verschenen zijn. Deze keer bespreekt Heidi Deknudt een boek van Joeri Calsius over experiëntieel lichaamswerk. Een ander opkomend thema is culturele diversiteit en hoe dit een rol speelt in de therapiekamer. Over het belang ervan verneemt u meer in de recensie van Ayse Dogan van een boek van Divine Charura en Colin Lago. Ten laatste krijgt u een bespreking van het boek van Marisa Donner- Quanjer over concrete interventies in de dagelijkse praktijk van de psychotherapie door Lieselotte Smaers.
Alhoewel de coronapandemie op dit moment min of meer achter ons schijnt te zijn – of er wordt in ieder geval veel minder over gesproken – is de wereld daarna meteen in een andere crisis getuimeld. Velen van ons (onze cliënten inbegrepen) voelen zich bedreigd en onmachtig door te zien hoe broos de evenwichten in de wereld zijn, hoe snel een conflict kan escaleren en tot de dood en ontheemding van miljoenen mensen kan leiden terwijl de rest van de wereld machteloos toekijkt. Als redactie zijn we uiteraard niet bij machte hier iets aan te doen, maar leven we wel mee met alle slachtoffers van de oorlog in Oekraïne of elders in de wereld. We hopen in ieder geval in deze beangstigende tijden aan onze lezers enkele rustige leesuren te kunnen bieden waarna ieder van ons weer versterkt terug aan de slag kan om de wonden in de wereld – die we vaak elkaar aandoen – tot zover mogelijk te helen.
In naam van de redactie,
Árpi Süle
Er was de afgelopen dagen een storing waardoor de PDF's niet geopend konden worden. Dit is inmiddels opgelost.